Wat is nodig om preventie te verbeteren in de toekomst?
Het huidige arbobeleid is erop ingericht om ziektes en ongevallen op het werk zoveel mogelijk te voorkomen door de nadruk te leggen op preventie. Dat er nog onvoldoende aan preventie wordt gedaan blijkt uit cijfers. Zo is het percentage van werknemers met een beroepsziekte bijvoorbeeld van 2016 tot 2018 gestegen, in plaats van gedaald.
Daarom ging het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 11 juni 2020 in gesprek met een selectie van verschillende stakeholders over het huidige preventiebeleid en hoe dit verbeterd kan worden in de toekomst.
De bijeenkomst was de tweede in een reeks van focusgroepen die zijn opgezet voor de Arbovisie 2040. Dit is een traject waarin een gezamenlijke visie op gezond en veilig werken in de toekomst wordt ontwikkeld.
Hoe ziet preventie eruit in 2040?
Belangrijke punten die door de deelnemers werden genoemd tijdens de bijeenkomsten:
- Voor het midden- en kleinbedrijf loont preventie niet. Volgens de deelnemers kunnen deze bedrijven niet altijd voldoen aan de standaard voor preventie in Nederland en zijn de kosten hoog. Het is dus belangrijk dat deze bedrijven in de toekomst meer ondersteuning krijgen bij hun preventiebeleid, bijvoorbeeld door publieke financieringsstructuren in te richten en de inkoop van preventie goedkoper en toegankelijker te maken.
- Kennis en bewustzijn over preventie moet worden verhoogd. Hierbij is het belangrijk om een duidelijkere rol voor de bedrijfsarts op het gebied van preventie in te richten. Een oplossing voor het verhogen van kennis en bewustzijn is volgens de deelnemers het opnemen van preventie in de opleiding van de bedrijfsarts. Een voorlichtingscampagne is volgens hen juist niet altijd de oplossing. Er zou meer focus gelegd moeten worden op het ondersteunen van organisaties die dit het hardst nodig hebben, zoals het mkb.
- Samenwerking tussen verschillende partijen is belangrijk, zoals de bedrijfsarts en andere arboprofessionals, verschillende inspecties, en op rijksniveau. Zo werd er genoemd dat het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) meer kunnen samenwerken, zodat de scheiding tussen reguliere zorg en arbozorg kleiner wordt.
- Werken met gevaarlijke stoffen krijgt veel aandacht in het huidige preventiebeleid. Elk jaar overlijden er namelijk 3.000 mensen in Nederland aan ziektes die ze door gevaarlijke stoffen op het werk hebben opgelopen. In de toekomst is het belangrijk dat gevaarlijke stoffen nog meer aandacht krijgen, bijvoorbeeld door kennis toegankelijker te maken, werknemers inzicht te geven in de stoffen waar ze aan worden blootgesteld en meer samenwerking te bevorderen tussen stakeholders.
- Er moet geen of minder op subsidiering worden ingezet: bedrijven zouden andere bedrijven moeten helpen. Zo zou een ondernemer die het goed doet, ondersteund moeten worden om het goede voorbeeld te delen. Belangrijk uitgangspunt volgens de deelnemers is om organisaties te belonen als instrumenten zoals de RI&E en PAGO goed worden nageleefd, in plaats van naming en shaming.