Structurele oplossingen nodig voor nijpend tekort aan bedrijfs- en verzekeringsartsen
Al jarenlang is er een tekort aan bedrijfs- en verzekeringsartsen in Nederland. Om die reden is in 2018 de Kwaliteitstafel in het leven geroepen om met alle direct betrokkenen in gesprek te gaan over de toekomst van bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde. De Kwaliteitstafel is op zoek gegaan naar oplossingen en aanbevelingen om de instroom in de opleiding van bedrijfs- en verzekeringsarts te verhogen door het bevorderen van duurzame kennis- en kwaliteitsontwikkeling. Op 2 oktober presenteerde de Kwaliteitstafel haar bevindingen en adviezen aan staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Bas van ’t Wout tijdens het slotsymposium ‘Maak werk van Kwaliteit’.
Het probleem
In 2020 begonnen 88 basisartsen aan de opleiding tot bedrijfsarts en 32 aan de opleiding tot verzekeringsarts. Om de medische zorg voor de werkende bevolking structureel te kunnen borgen zijn er jaarlijks echter 250 tot 260 nieuwe instromers in de opleiding tot bedrijfsarts en 70 tot 75 in de opleiding tot verzekeringsarts nodig. Als niet wordt ingegrepen, zullen werkenden die verzuimen langer moeten wachten op begeleiding en beoordeling, wat leidt tot meer en langer ziekteverzuim, uitval en meer zorgconsumptie. Daarom pleitte de Kwaliteitstafel tijdens het slotsymposium voor structurele oplossingen.
Bevindingen en aanbevelingen
Om het grote tekort bedrijfs- en verzekeringsartsen aan te pakken, adviseert de Kwaliteitstafel om een noodfonds in te stellen dat zowel privaat als publiek wordt gefinancierd, zodat de capaciteit van beide opleidingen op korte termijn uitgebreid en versterkt kan worden. Daarnaast pleit de Kwaliteitstafel voor een gezamenlijke kennisagenda, met als doel om de kennisontwikkeling en kwaliteit binnen de arbeidsgerelateerde zorg te verbeteren. Ook is volgens Jenneke van Veen, voorzitter van de Kwaliteitstafel en voormalig hoofdinspecteur bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg, een landelijk opleidingsfonds nodig om de opleiding te verdiepen, bijvoorbeeld door artsen in opleiding te laten meelopen met huisartsen of door ze in de praktijk preventieopdrachten te laten uitvoeren.