De Arbowet in praktijk #2: Verpakkingsbedrijf Global Co-packing
Sinds 1 juli 2018 is de nieuwe Arbowet een feit. In een serie bedrijfsportretten doen 3 mkb’ers hun verhaal uit de praktijk. In aflevering 2 vertelt Marietje Lans over het verpakkingsbedrijf Global Co-Packing dat zij samen met haar man Paul leidt in Nieuwkuijk. “Vreemde ogen dwingen echt.”
In den beginne…
“Mijn man Paul werkte bij een verpakkingsbedrijf in Berlicum en dat ging failliet. Een klant bracht hem op het idee voor zichzelf te beginnen. Dat deed hij. Paul de zakelijke en ik de sociale kant. We begonnen met tien man, twee machines en een samenwerking met een sociale werkplaats. Dat was in 2002. Inmiddels werken we vanuit een mooi pand in Nieuwkuijk en staan er 35 werknemers op de loonlijst. Zeker 20 hebben een vast contract. Veel stelletjes. Dat komt zowel de sfeer als de productiviteit ten goede.”
Wat typeert een goede werkgever?
“Een goede werkgever typeert zich door een menselijke factor. Dat begint bij goed luisteren. Onze mensen voelen zich gehoord en dat geeft binding. Er is weinig verloop, ook door de sfeer. De dochter van het eerste stel Roemenen dat bij ons werkt, is onlangs afgestudeerd. We zijn bijna net zo trots als haar eigen ouders. We maken geen verschil tussen de technische jongens of de mensen aan de productielijn. Iedereen stapt ons glazen kantoor binnen als er iets is. Het regent hier trouwens geboortekaartjes en aankondigingen van huwelijken.”
Hoe passen jullie in je bedrijf de vernieuwde Arbowet toe?
“Door het afsluiten van een basiscontract. Dat betekent dat onze werknemers begeleiding krijgen bij ziekte. Zo kunnen zij te allen tijde een bedrijfsarts raadplegen. Wij betalen alleen de rekening. De ziekmeldingen worden bijgehouden via de arbodienst. Dan krijgen we netjes een berichtje. Fijn. Administratief werk waar we verder niet aan hoeven te denken. Ook heeft ons personeel de mogelijkheid een second opinion aan te vragen. Zij kunnen met vragen terecht bij onze vertrouwenspersoon.”
‘Behoed jezelf voor bedrijfsblindheid.’
Hoe ver gaat jullie arbobeleid?
“Best ver. Dat doen we bewust. Gelukkig hebben we hier nog geen echte ongelukken meegemaakt, maar dat houden we ook graag zo. Je moet er niet aan denken dat iemand zo’n grote rol op zijn voet krijgt. Dus zweren we bij veiligheidskleding. De jongens op de heftrucks bezitten allemaal een reachtruck-certificaat. Ook zijn de mensen aan de machines daar echt voor opgeleid. Verder hebben we maar liefst drie bedrijfshulpverleners op 35 werknemers. Dat is veel. We nemen veiligheid dan ook echt serieus. Als er iets gebeurt, weten zij tenminste wat ze moeten doen. Superbelangrijk. Maar eerlijk gezegd zijn we ons thuis ook zeer bewust van mogelijke gevaren. Ook daar hangen koolmonoxidemelders. Zo’n ding kost 20 euro. Het zou maar misgaan. Achteraf vergeef je het jezelf nooit...”
Wat is jouw arboslimme tip aan collega-ondernemers?
“We werken volgens de richtlijnen van de risico-inventarisatie en -evaluatie. Een inventarisatie van je bedrijf, vooral gericht op de mens. Regelmatig komt er iemand langs die alles naloopt. Even updaten. ‘Hoe arbotechnisch is je onderneming?’ En ‘Hoe werkt het bedrijfsnoodplan?’ Een frisse blik is zó fijn. Zelf lopen we misschien 30 keer langs die stapel met pallets zonder te zien dat die eigenlijk te hoog is opgestapeld. Maar zo’n buitenstaander ziet het direct. En die behoedt jou en je onderneming voor heel wat bedrijfsblindheid. Vreemde ogen dwingen echt. Ideaal.”