“Vroeger was het: hoe harder je stonk, hoe mooier de uitruk.”
“Die hygiënekits, dat wassen, die kliko’s, die zakken, dat is allemaal nieuw hier.” Angelique Derks werkt als coördinator incidentbestrijding bij brandweer Brabant-Noord in Oss. Ze is al jaren betrokken bij de arbeidshygiëne van de brandweer. Dus ze heeft gezien hoe de centrale wasstraat van de grond af aan werd opgebouwd. “Vroeger werden de brandweerpakken op de post zelf gewassen. Soms deed de vrouw van een van de brandweermannen dat om een centje bij te verdienen. De mannen wasten op zaterdagochtend zelf de brandslang.” Derks vertelt vanuit de wasstraat wat die omslag voor haar manier van werken betekende.
“Er komt hier best wel wat aan vuile stoffen binnen. Roet is er altijd, maar soms ook bloed of braaksel. Het komt ook voor dat we helemaal niet weten welke stoffen er bij een brand of ongeval vrijkomen. Daarom is het belangrijk dat niemand hieraan wordt blootgesteld. Eén maatregel die we genomen hebben is het dragen van latex handschoenen onder de brandweerhandschoenen. Zo zorgen we ervoor dat onze mensen op plaats incident niet direct in aanraking komen met stoffen die een gevaar vormen voor hun gezondheid. Maar goed, de pakken komen wél in aanraking met die stoffen en die moeten gewassen worden.” Daarom bedachten ze een nieuwe reinigingsprocedure. “Vroeger werd alles bij elkaar gegooid – bloed, roet, zweet – en gewassen op de post. Nu stoppen de brandweermannen hun pakken op plaats incident in gesloten waszakken die op de kazerne in kliko’s worden gestopt. Die zakken gaan pas open in de wasmachine. Zo blijven de brandweerauto’s schoon en hoeven we de pakken tijdens het schoonmaken niet direct aan te raken.” De nieuwe reinigingsprocedure ging gepaard met een verbouwing van de wasstraat. Die bestaat nu uit een aparte ruimte waar vuile pakken worden verzameld, een aparte ruimte voor wassen en een derde ruimte voor drogen. Iedere ruimte heeft een afzonderlijk afzuigsysteem. Dankzij dit systeem kunnen medewerkers veilig werken zonder persoonlijke beschermingsmiddelen.
"Het ontwikkelen van die nieuwe reinigingsprocedure was een proces van trial and error"
“De was- en droogtijden, de temperatuur, het wasmiddel… Het luistert allemaal heel nauw. Toen we nieuwe pakken kregen, moesten we alles weer opnieuw uitvinden om de kwaliteit van de pakken te behouden.” Ook stuitte Derks op onveilige werkgewoontes, die de brandweerlieden niet zomaar loslieten. Vroeger werd alle vuile kleding bijvoorbeeld op één hoop gegooid. “Het is niet lastig om goede gewoontes aan te leren, maar foute werkwijzen afleren is het moeilijkste wat er is. Gelukkig krijgen de jonge werknemers instructies voor veilige werkwijzen mee op de opleiding, en vervolgens pikt de oude garde deze ook op.” Het is dus belangrijk om jonge en oude brandweerlieden hierin te laten samenwerken.
Hoe Derks nu kijkt naar de oude werkwijze?
“Als je vroeger de kazerne instapte, dan rook je brandlucht. En na een uitruk roken mijn handen nog dagenlang naar rook. Dat vonden we normaal.” Derks vervolgt: “Achteraf denk je: dat wij al die jaren in dat vuil hebben gezeten. Het ontging ons compleet hoe gevaarlijk het was voor onze gezondheid. Toch kunnen we er niet omheen: waar anderen wegrennen van het gevaar, gaan wij erop af. Maar tegenwoordig wel op een veilige manier.”