"Weten wat je doet en doen wat je weet" - door Christien Brinkgreve
Vincent van Gogh likte tijdens het schilderen zo nu en dan aan een kwast. Hij liep er een chronische loodvergiftiging door op. Intussen weten we beter, toch? Het is de vraag wat we doen met onze kennis. Wordt die ingezet om goede arbeidscondities af te dwingen, om gezondheidsproblemen als gevolg van blootstelling aan giftige stoffen erkend te krijgen, en voor goede zorg? Er moet aandacht komen voor de sociale verhoudingen waarbinnen kennis wordt vergaard, geïnterpreteerd en gebruikt. Waarbinnen die terzijde geschoven wordt of juist tot inzet gemaakt van handelen ter preventie van beroepsziekten of ter compensatie van opgelopen schade.
Ter illustratie zoomen we in op een casus binnen de beroepsziekte OPS (Organisch Psycho Syndroom). Dat is een aandoening die ontstaat door blootstelling aan bepaalde neurotoxische stoffen in verven, lijmen en drukinkten. Het treft onder andere schilders, drukkers, stoffeerders, parketleggers en autospuiters. Het leidt tot verlaagd bewustzijn, verwardheid, geheugenstoornissen, verminderde concentratie, vermoeidheid, emotionele instabiliteit, stemmingsstoornissen, depressiviteit en prikkelbaarheid. Blootstelling kan plaatsvinden door inademing, huidcontact en via de mond.
Dit is het verhaal van een tapijtlegger, werkzaam bij een klein bedrijf voor woninginrichting. Hij heeft een goede verstandhouding met zijn baas, is een harde werker en was eind jaren 90 Belgisch kampioen marmoleum leggen. Tot eind 2004, het moment waarop de bedrijfsarts vermoedde dat hij OPS heeft, had hij onvoldoende kennis van de gevaren van oplosmiddelen. Zijn collega’s besteedden er ook geen aandacht aan. Van enige preventieve activiteit vanuit de werkgever was en is geen sprake. Werknemers staan bloot aan oplosmiddelen in lijmen en verven, zonder PBM's (persoonlijke beschermingsmiddelen). Volgens de tapijtlegger zijn er al jaren alternatieven beschikbaar. “Er kwam een vertegenwoordiger van watergedragen producten. En die zei: ‘Werken jullie nog met die producten? Dat mag in Duitsland al jaren niet meer gebruikt worden’.”
In de bijna 20 jaar van blootstelling aan oplosmiddelen, in besloten ruimten met onvoldoende afzuiging en ventilatie, sprak hij zijn werkgever er een aantal keer op aan dat het vergif is. “Ja maar..., zei hij, ‘er zijn wel andere producten, maar die drogen langzamer’.” Het laat zien hoe onverschillig er met kennis wordt omgegaan, en hoe de werkgever redeneert om maar niet al teveel na te hoeven denken over gevaren.
Er volgde een discussie met de bedrijfsarts, de werkgever en werknemer, met op de achtergrond de vakbond, over de vraag of hij wel of niet mag werken en onder welke condities. Er kwam een advies om bepaalde producten te vermijden en beschermende maatregelen te nemen, zoals het dragen van een masker. Na 2 weken is er nog geen masker gekocht, dit wordt volledig overgelaten aan de werknemer.
Ondanks de nieuw opgedane kennis en voorschriften van arts en inspectie voelde de werkgever zich niet geroepen om maatregelen te nemen.
Er is vaak sprake van een weerstand tot weten, omdat het om lastige kennis gaat en mensen niet altijd weten wat ze daarmee moeten doen. Er is sprake van verdringing, omdat het kennis is die niet goed uitkomt en zand in de machine gooit van het productieproces. Omdat conclusies verbinden aan die kennis veel geld kan kosten. Alle betrokken partijen spelen hierin een andere rol: de boardroom, het laboratorium, de productontwikkeling, marketing, leveranciers – de schakels in de productieketens – werkgevers en werknemers.
Het wordt tijd dat al deze partijen gaan kijken hoe ze behulpzaam kunnen zijn voor mensen die door ziekte getroffen zijn. Wat is hun verhaal, waar hebben ze last van, wat kunnen ze nog wel, wat zouden ze willen, hoe valt daarin te voorzien? Het feit dat er soms geen ‘harde’ causaliteit is vast te stellen mag niet betekenen dat we als samenleving afwachtend blijven en mensen in hun sop laten gaarkoken.
Dit is een verkorte weergave van een essay uit de bundel ‘Experts over preventie beroepsziekten door stoffen’. Download de bundel op de website van TNO.
Christien Brinkgreve is emeritus hoogleraar Sociale Wetenschappen aan Universiteit Utrecht.
Tips ontvangen van experts en ervaringsdeskundigen over veilig werken met gevaarlijke stoffen in jouw sector? Meld je aan via www.hoeveiligwerkjij.nl!