Warenwetbesluit liften

Het Warenwetbesluit liften gaat over regels ten aanzien van liften. Het document is niet digitaal toegankelijk, daarom staat de tekst onder de downloadlink uitgeschreven.  

Warenwetbesluit liften

Datum: 22-04-2020
Betreft: Keuringsregime en Covid-19

Op dit moment is Nederland en de wereld in de ban van Covid 19. Hierdoor is een deel van de maatschappij bijna stil komen te liggen of werkt deze op een andere manier. De overheid heeft maatregelen bepaald in verband met Covid 19 die door branches of een werkgever zijn vertaald naar eisen voor het eigen bedrijf.

Een gebruiker is verplicht om alleen een goed onderhouden en gekeurde lift te gebruiken. De gebruiker heeft hiervoor een overeenkomst met een keurings- (NLCBI) en een onderhoudsbedrijf. Door de overheidsmaatregelen, die noodzakelijk zijn in verband met Covid 19, zijn de gebruikelijke procedures die verband houden met de verplichting op grond van het Warenwetbesluit liften 2016 (artikelen 18, 22, 23, 24, 25) te moeten keuren en onderhouden, niet altijd onverkort uitvoerbaar.

In het Warenwetbesluit zijn de procedures en de keuringstermijnen bepaald. De meeste keuringen of reparatie- en onderhoudsactiviteiten kunnen gewoon doorgaan als gepland met inachtneming van de overheidsmaatregelen die noodzakelijk zijn in verband met Covid 19.

De (administratieve) voorbereiding en afronding van een keuring kan natuurlijk doorgaan maar ook veel fysieke inspecties kunnen doorgaan als gepland met inachtneming van de regels van de overheidsmaatregelen zoals de 1,5 meter afstand houden.

Keuringen, reparatie- en onderhoudswerkzaamheden moeten altijd doorgaan aangezien dit een onmisbare facilitaire of ondersteunende functie binnen de vitale sectoren en de leefomgeving zijn. Dit om te garanderen dat een lift veilig is en veilig te gebruiken blijft.

Het is van belang om daar waar liften uit de onderhoud-, reparatie- of keuringstermijn vallen om deze werkzaamheden ondanks de nu gaande pandemie uit te voeren. Een lift moet binnen 12 maanden na de eerste ingebruikneming of vervolgens na ten hoogste 18 maanden gekeurd worden. Tevens dient de lift en de veiligheidscomponenten te allen tijde in goede staat van onderhoud verkeren. Afwijking of een ontheffing van deze eisen en termijnen is niet mogelijk. Er kan ook geen tijdelijke regeling voor ontheffing gemaakt worden aangezien gezondheid en veiligheid samen bovenaan staan. Liften zijn cruciaal voor het zorgdragen dat de vitale sectoren de werkzaamheden op een veilige manier kunnen uitvoeren. Een lift moet te allen tijde veilig zijn en veilig te gebruiken blijven.

De procedure en manier van het uitvoeren van de werkzaamheden dient wel aangepast te worden om te voldoen aan de overheidsmaatregelen die noodzakelijk zijn in verband met Covid 19.

De onderhoud- en keuringsinstanties dienen samen met de gebruiker te bespreken hoe de keuring of het onderhoud of reparaties nu gaan plaatsvinden. Als het onderhoud, reparatie of een keuring nu niet kan plaatsvinden in een ziekenhuis of verpleeghuis, kan er, bij hoge uitzondering, bezien worden of ermee volstaan kan worden dat maar een deel nu gekeurd, gerepareerd of onderhouden wordt en de rest stilgelegd wordt. Gezien de huidige maatregelen kan een fysieke inspectie mogelijk in plaats van bijvoorbeeld begin april naar eind april verschoven worden in een verpleeghuis of ziekenhuis. Dit alleen als dat uit oogpunt van de veiligheid kan.

Vanuit het oogpunt van veiligheid blijft ook nu gelden dat mocht het onderhoud, reparatie op korte termijn of de keuring in de officiële keuringsmaand niet kunnen plaatsvinden dan, de lift stilgelegd dient te worden. Een uitgezette lift wordt pas weer in gebruik genomen nadat het benodigde onderhoud of reparatie heeft plaatsgevonden of de keuring is uitgevoerd.

De onderhoud-, keuringsbedrijven (NL-CBI) en de gebruiker zijn gezamenlijk verantwoordelijk om te zorgdragen dat een lift veilig is en veilig gebruikt wordt en blijft worden en op tijd gekeurd, gerepareerd en onderhouden worden.

Hoogachtend,

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid