Welke eisen worden gesteld aan de begeleiding van een kind?

Professionele begeleiding is zowel tijdens het oefenen als tijdens het optreden belangrijk voor het kind. In de regels is vastgelegd dat het kind zowel voor, tijdens als na het repeteren of optreden op deskundige wijze moet worden begeleid.

Verschillende soorten begeleiding
De begeleiding is gericht op verschillende aspecten. Het betreft begeleiding van praktische aard, zoals het regelen van eten en drinken en het letten op voldoende rustmomenten. Ook moet er oog zijn voor pedagogische en emotionele begeleiding, zoals het signaleren en bespreken van spanningen die het kind tijdens het optreden kan ervaren. Dit kan begeleiding zijn door één persoon, of door meerdere; afhankelijk van het soort begeleiding waar het om gaat. Iedereen die op enige manier begeleiding geeft aan een kind dat onderdeel is van uw productie is dus een kinderbegeleider.

Een belangrijk onderdeel van een goede begeleiding, is het creëren van een speciale ruimte voor het kind, waar hij kan spelen, kan rusten of huiswerk kan maken. Zeker in geval er sprake is van wachttijden en pauzes, is dit van belang. Andere belangrijke zaken zijn een goede planning van het werk, het rekening houden met reistijd, het zorgen voor gescheiden kleedkamers voor jongens en meisjes (indien dit voor de kinderen gepast is), het rekening houden met het kind bij publicaties in de (sociale) media en het bieden van continuïteit in de kinderbegeleiding.

Voor u is het belangrijk om het team van begeleiders goede informatie te geven over hun rol en verantwoordelijkheden. Bovendien dient u zeker te stellen dat de begeleiders in het productieteam voldoende zeggenschap hebben. Want als een kinderbegeleider het beter vindt bepaalde maatregelen te treffen of aanpassingen door te voeren, dan gaat dat belang van het kind altijd voor. Ook moet een begeleider de zeggenschap hebben om een kind (tijdelijk) uit een productie te halen, als dat volgens hem in het belang van het kind is. Dit vereist niet alleen bevoegdheden van de kinderbegeleiders, maar ook vakmanschap.

Verklaring Omtrent Gedrag
Een vereiste is dat iedere begeleider van een kind een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) kan overleggen die bij de aanvraag niet ouder is dan 2 jaar. Iemand die geen VOG kan overleggen, mag dus niet optreden als begeleider van een kind in uw productie.

Als u de ouder bent van het kind dat het betreft heeft u geen VOG nodig. Als u bevoegd docent bent, hoeft u niet nogmaals een VOG aan te vragen. In alle andere gevallen is het verplicht dat u in het bezit bent van een recente VOG. Deze mag niet ouder zijn dan twee jaar.
In de BOVK staat hierover: de werkgever dient bij de aanvraag voor een ontheffing een verklaring omtrent het gedrag (VOG) te overleggen van iedere persoon die de begeleiding van het kind verzorgt en derhalve belast is met de zorg voor het kind. Deze verklaring mag bij de aanvang van de arbeid niet ouder zijn dan twee jaar.