Welke regels gelden er voor nachtdiensten?
Voor nachtdiensten gelden de volgende regels.
- Een nachtdienst duurt maximaal 10 uur (maximaal 5 maal per twee weken of 22 maal per jaar uit te breiden tot 12 uur, als hierop een rust volgt van minimaal 12 uur).
- In een periode van 16 weken mag bij 16 nachtdiensten of meer de gemiddelde werktijd niet meer bedragen dan 40 uur.
- Na een dienst die eindigt na 02.00 uur, moet de werknemer minimaal 14 uur rust krijgen. Eenmaal per periode van 7 x 24 uur is de rust na een nachtdienst in te korten tot 8 uur. Na 3 of meer opeenvolgende nachtdiensten wordt 46 uur rust voorgeschreven.
- Per 16 weken mogen werknemers niet meer dan 36 maal een nachtdienst draaien die eindigt na 02.00 uur. Bij collectieve regeling kan hiervan worden afgeweken tot maximaal 140 nachtdiensten die eindigen na 02.00 uur per 52 weken, of maximaal 38 uren nachtdienst tussen 00.00 uur en 06.00 uur per 2 weken.
- Als nachtdiensten deel uitmaken van een reeks diensten, mogen werknemers maximaal 7 diensten achtereen draaien. Bij collectieve regeling kan de reeks worden verlengd tot 8.
- De werkgever moet de risico’s van nachtarbeid meenemen in de risico-inventarisatie en - evaluatie. In het plan van aanpak komen vervolgens maatregelen om die risico’s te verminderen.
- Iedere werknemer die voor de eerste keer nachtarbeid gaat verrichten wordt in de gelegenheid gesteld om vóór de aanvang van die arbeid een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan.
- Bepaalde werknemers mogen vaker in de nacht werken, zoals de ‘warme’ bakker, de werknemer in de (nachtelijke) horeca en degene die al vóór 1 januari 1996 nachtarbeid verrichtte. Zij mogen 5 maal per week een nachtdienst verrichten.