Welke regels gelden er voor rusttijden?
Per week moet er ten minste sprake zijn van een rustperiode van 11 uur per dag. De werkgever moet de gewerkte uren van werknemers deugdelijk registreren. De Inspectie SZW kan hier bij een controle om vragen.
Verder geldt dat werknemers van 18 jaar en ouder maximaal 12 uur per dienst mogen werken en maximaal 60 uur per week. In een periode van 16 weken mag een werknemer gemiddeld niet meer dan 48 uur per week werken.
Voor zwangere vrouwen gelden aanvullende regels:
- Zwangere werkneemsters hoeven geen nachtdiensten te draaien.
- Benodigde zwangerschapsonderzoeken gelden als arbeidstijd en moeten doorbetaald worden.
- Een zwangere werkneemster mag 28 dagen voor en 42 dagen na de vermoedelijke bevallingsdagen geen arbeid verrichten.
- Tot 9 maanden na de bevalling heeft zij voedingsrecht en moet de werkgever de tijd die de werkneemster besteedt aan borstvoeding (of kolven) doorbetalen.