Welke regels gelden er voor werk- en rusttijden?
De Arbeidstijdenwet biedt regelgeving omtrent werk- en rusttijden.
Onder meer de volgende regels moeten in acht worden genomen:
- Werknemers van 18 jaar en ouder mogen maximaal 12 uur per dienst werken en maximaal 60 uur per week.
- In een periode van 16 weken mag een werknemer gemiddeld niet meer dan 48 uur per week werken.
- Per week moet er ten minste sprake zijn van een rustperiode van 11 uur per dag. De werkgever spreekt met de werknemer af hoe hij of zij de werktijd per dag en week invult.
- Bij aanwezigheidsdiensten mag worden afgeweken van de standaardrusttijd (11 uur). Een kortere standaard-rusttijd voor en na een aanwezigheidsdienst mag alleen als daar een goede reden voor bestaat en dit collectief wordt afgesproken.
- In geval van aanwezigheidsdiensten mag de werkgever de rusttijd voor en na de aanwezigheidsdienst maximaal twee keer per week inkorten tot eenmaal 10 uur en eenmaal 8 uur, voordat de volgende dienst begint. De kortere rusttijden mogen niet direct achter elkaar worden toegepast en moeten dus worden verspreid over de week. De gemiste rusturen moeten direct in de volgende rustperiode worden gecompenseerd.
- De werkgever mag op zondag (laten) werken als het soort werk dat noodzakelijk maakt (bijvoorbeeld horeca, zorg, politie). Zondagwerk mag ook als productieprocessen niet onderbroken mogen worden. Ook door bedrijfsomstandigheden mag op zondag gewerkt worden; ondernemingsraad en werknemer moeten er dan mee instemmen.
- Kinderen onder 13 jaar mogen alleen werkzaamheden verrichten in het kader van optredens, bijvoorbeeld meedoen aan een televisieprogramma of musical. De Nederlandse Arbeidsinspectie moet hiervoor altijd toestemming geven. Vanaf 13 jaar mogen kinderen lichte arbeid verrichten, bijvoorbeeld een stage lopen. Er moet dan een stageovereenkomst zijn tussen school en ouders en werkgever.
- Soms mag bij collectieve regelingen (zoals de cao) afgeweken worden van de voorschriften in de Arbeidstijdenwet. In het Arbeidstijdenbesluit staan algemene uitzonderingen voor bepaalde werknemers en bepaalde situaties. Daarnaast zijn er aanvullende regels voor de sectoren zorg, mijnbouw, de vervoerssectoren en een aantal overige sectoren.
Meer informatie: werk- en rusttijden