Werken met asbest kan levensgevaarlijk zijn. Technisch gezien is asbest een ideaal materiaal: slijtvast, brandwerend en vooral bijzonder goedkoop. Tientallen jaren geleden bleek echter dat het inademen van asbestvezels gevaarlijke ziektes kan veroorzaken, zoals stoflongen, longkanker en buikvlieskanker. Het feit dat de gezondheidseffecten zich pas na langere tijd (10 tot 60 jaar) openbaren, maakt asbest tot een zeer verraderlijke stof.
Het gevaarlijke asbest komt vaak voor in gebouwen en constructies gebouwd vóór 1994.
Bij verbouw of sloop van zo’n gebouw moet eerst de aanwezigheid van asbest in kaart worden gebracht.
Hiervoor bestaat wetgeving.
Veilig asbest verwijderen gebeurt in 5 stappen.
1. Eerst wordt het asbest in kaart gebracht.
Alleen gecertificeerde inventariseerders mogen inventariseren.
De eigenaar van de constructie moet hiervoor zorgen.
2. Op basis van het inventarisatierapport wordt, na een melding bij de gemeente en bij de inspectie SZW, de sanering gepland.
3. Alleen gecertificeerde bedrijven met deskundige werknemers mogen saneren, behalve als er een heel klein risico is.
4. Na de sanering volgt een eindbeoordeling door een asbestinspectie instelling - 'het asbestlaboratorium'.
5. Bij een positief oordeel geven zij de locatie vrij.
Ook de certificering is duidelijk geregeld.
Asbest wordt verwijderd door een asbestverwijderaar met een DAV certificaat of een leidinggevende met een DAT certificaat.
Het saneringsbedrijf zorgt dat werknemers in veilige omstandigheden werken, én heeft zelf ook een certificaat nodig.
Een certificaatverstrekker geeft de certificaten af, en trekt deze in bij ondermaatse prestatie.
De inspectie SZW, houdt toezicht op het hele systeem - zowel op de certificaatverstrekker als op bedrijven en hun werknemers.
Zo werken we samen veilig aan het in kaart brengen en verwijderen van asbest.
Ga voor meer informatie naar www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/asbest.