Vragen over de BAR
Hieronder vind je 23 veelgestelde vragen en antwoorden over de Beschrijving van Arbeidsbelastbaarheid en Re-integratie (BAR).
Wat is het nut en de noodzaak? Wie gaan het BAR-instrument gebruiken?
BAR staat voor Beschrijving Arbeidsbelastbaarheid en Re-integratie. Het is een wetenschappelijk onderbouwd instrument dat bedrijfsartsen de mogelijkheid biedt om de belastbaarheid en mogelijkheden voor re-integratie van zieke werknemers op uniforme wijze te beschrijven en documenteren.
Het instrument is gebaseerd op de International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF). Onderzoekers van Amsterdam Universitair Medisch Centrum (UMC) hebben, met subsidie van het ministerie van SZW en met directe betrokkenheid van bedrijfsartsen, arbeidsdeskundigen en verzekeringsartsen, in mei 2021 een eerste versie van het instrument (‘BAR 1.0’) en bijbehorende leidraad opgeleverd. Het instrument is nog in ontwikkeling. Een onderzoeksconsortium bestaande uit het Amsterdam UMC, UMC Groningen en HAN University of Applied Sciences (Hogeschool van Arnhem en Nijmegen) start in februari 2022 met de doorontwikkeling en validering van het instrument. Hierbij is opnieuw een belangrijke rol weggelegd voor bedrijfsartsen, arbeidsdeskundigen en verzekeringsartsen.
Bij de re-integratie van een zieke werknemer hebben bedrijfsartsen, arbeidsdeskundigen en verzekeringsartsen ieder een eigen rol. De communicatie tussen deze professionals is niet altijd optimaal. Beroepsgroepen hanteren soms andere begrippen of gebruiken deze anders. Ook zijn meerdere soorten beschrijvingen van belastbaarheid en mogelijkheden voor re-integratie in omloop die ieder weer andere aspecten benadrukken. Deze informatieoverdracht en het gebrek aan uniformiteit kunnen effectieve re-integratie van zieke werknemers in de weg staan.
Het BAR-instrument (Beschrijving Arbeidsbelastbaarheid en Re-integratie) moet dit helpen verbeteren. Het instrument en bijbehorende leidraad zijn een eerste stap naar een eenduidig begrippenkader en een uniforme manier van communiceren over belastbaarheid en mogelijkheden voor re-integratie. Als bedrijfsartsen, arbeidsdeskundigen en verzekeringsartsen tijdens het proces van verzuim en re-integratie eenduidig communiceren, bevordert dit de onderlinge samenwerking én de advisering aan werkgevers en werknemers. Zo draagt het instrument bij aan effectieve re-integratie van zieke werknemers.
Uit een stakeholderanalyse, uitgevoerd in de zomer van 2020, bleek dat de voorkeur uitging naar een instrument dat géén afgeleide is van bestaande instrumenten.
Er is behoefte aan een nieuw instrument dat:
- ruimte biedt voor het bio-psychosociale karakter van ziekte;
- ruimte biedt voor de inbreng van werknemer en werkgever;
- zorgt voor duidelijker re-integratieadvies richting werknemers en werkgevers;
- begrijpelijk en toegankelijk is;
- het denken in mogelijkheden bevordert: wat kan er nog wel, ondanks beperkingen?
Met stakeholders zijn de volgende randvoorwaarden opgesteld:
- De bedrijfsarts beschrijft de belastbaarheid en re-integratiemogelijkheden.
- Het instrument is gedurende het gehele re-integratieproces te gebruiken.
- De aanwezigheid van relevante omgevings- en persoonsfactoren is te noteren in het instrument.
- Het instrument is niet ziekte-specifiek.
- Het instrument is geen afgeleide van een instrument voor de claim van arbeidsongeschiktheid.
- De visie van de werknemer is in het instrument geborgd.
- Het instrument is wetenschappelijk onderbouwd of maakt gebruik van een bestaand model of classificatiesysteem.
- Het instrument is zo vormgegeven dat de interpretatie eenduidig is.
- Het instrument is (ook) begrijpelijk voor werknemer en werkgever.
- Het instrument geeft een basis voor communicatie tussen de professionals van de verschillende beroepsgroepen.
Het instrument wordt gebruikt voor zieke werknemers die gedurende het Poortwachterproces begeleid worden door een bedrijfsarts en/of arbeidsdeskundige. De begeleiding is gericht op herstel en/of terugkeer naar werk. De bedrijfsarts is altijd degene die het instrument invult. Deze bepaalt wat een goed moment is om het BAR-instrument (Beschrijving Arbeidsbelastbaarheid en Re-integratie) in te vullen.
Er zijn vier groepen gebruikers:
- De bedrijfsarts vult het BAR-instrument (Beschrijving Arbeidsbelastbaarheid en Re-integratie) in zodra dit opportuun is, bijvoorbeeld als het verzuim complex is of blijkt. Met het instrument heeft de bedrijfsarts een instrument om de belastbaarheid en mogelijkheden voor re-integratie van zieke werknemers op uniforme wijze te beschrijven en documenteren.
- Het BAR-instrument wordt inzichtelijk voor arbeidsdeskundigen en verzekeringsartsen, inclusief degenen die op basis van taakdelegatie werken. De private arbeidsdeskundige kan gebruikmaken van het instrument als hij of zij, in het verlengde van de bedrijfsarts, werkt aan de re-integratie van een zieke werknemer. De verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige van UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen) kunnen het BAR-instrument gebruiken bij de toetsing van de begeleiding en de re-integratie van werknemers tijdens het Poortwachterproces. Dit is het geval bij de eventuele aanvraag van een deskundigenoordeel of bij de RIV-toets (re-integratieverslag) na 2 jaar ziekte.
- Het BAR-instrument wordt inzichtelijk voor werkgevers en werknemers die meer inzicht willen in het proces van re-integratie, in de individuele belastbaarheid én in de mogelijkheden die er wel zijn.
- Op termijn kan het instrument ook zorgen voor eenduidige communicatie met andere professionals die betrokken zijn bij verzuim en re-integratie, zoals bedrijfsfysiotherapeuten, ergonomen, A&O-psychologen en arbeidshygiënisten.
Idealiter worden ingevulde BAR-instrumenten overgedragen aan de nieuwe bedrijfsarts. Bedrijfsartsen moeten hierbij wel altijd voldoen aan de NVAB-leidraden Bedrijfsgeneeskundig dossier – inrichting & overdracht én Bedrijfsarts en privacy.
De leidraad gaat in op het verbeteren van de communicatie en de afstemming tussen bedrijfsartsen, arbeidsdeskundigen en verzekeringsartsen. Het invullen van het instrument wordt toegelicht in de leidraad. In het achtergronddocument bij de leidraad vind je de wetenschappelijke onderbouwing en verantwoording van dit nieuwe instrument.
Wat betekent het BAR-instrument voor professionals?
Bedrijfsartsen spelen een centrale rol in de verzuimbegeleiding en re-integratie van zieke medewerkers. Het referentiekader van de bedrijfsarts is in eerste instantie vrijwel altijd de werkcontext en functie waarin de werknemer voor de ziekmelding functioneerde. Het oordeel en advies van de bedrijfsarts is geënt op de specifieke situatie van de werknemer, naar de medische gesteldheid, maar ook naar omgevingsfactoren in werk en privé.
De bedrijfsarts maakt de afweging of, hoe en wanneer hij of zij het BAR-instrument (Beschrijving Arbeidsbelastbaarheid en Re-integratie) inzet bij een zieke werknemer. Het instrument wil de bedrijfsarts stimuleren om te denken in mogelijkheden en oplossingen in plaats van in problemen. Het biedt daarom ruimte om belastbaarheid en re-integratiemogelijkheden te specificeren en detailleren. Ook kan de bedrijfsarts professionele adviezen opnemen over voorwaarden voor werkhervatting.
Arbeidsdeskundigen zijn gespecialiseerd in het beoordelen en toepassen van concrete mogelijkheden om, ook bij (tijdelijke) beperkingen, te werken. Zij vormen, met name bij complexere casuïstiek, een tandem met bedrijfsartsen. Met hun kennis van de belasting die specifieke functies en taken met zich meebrengen kunnen arbeidsdeskundigen een grote rol spelen bij duurzame re-integratie, zowel in eerste als tweede spoor.
Arbeidsdeskundigen hebben nu vaak te maken met (meerdere varianten van) FML (functionele mogelijkhedenlijst), BML (benutbare mogelijkhedenlijst) en IZP (inzetbaarheidsprofiel). Deze formulieren benadrukken ieder weer andere aspecten. Als een bedrijfsarts het BAR-instrument (Beschrijving Arbeidsbelastbaarheid en Re-integratie) invult, biedt dit arbeidsdeskundigen eenduidig inzicht in de belastbaarheid van een zieke werknemer. De arbeidsdeskundige kan hierdoor bepalen welk werk past of – eventueel met aanpassingen – passend te maken is. De arbeidsdeskundige bij UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen) kan met het BAR-instrument toetsen of de re-integratie-inspanningen in overeenstemming zijn met de beschreven belastbaarheid in het instrument.
Verzekeringsartsen kunnen met het instrument inzicht krijgen in het verloop van de belastbaarheid en de re-integratiemogelijkheden gedurende de verzuimperiode. Het BAR-instrument (Beschrijving Arbeidsbelastbaarheid en Re-integratie) maakt duidelijk van welke belastbaarheid de bedrijfsarts is uitgegaan bij het benoemen van mogelijkheden en het zetten van concrete stappen op het gebied van re-integratie. Het instrument beschrijft de belastbaarheid gedurende de re-integratie. Het is uitdrukkelijk géén vervanger van de FML (functionele mogelijkhedenlijst) die is ontwikkeld om de arbeidsbelastbaarheid vast te stellen bij een claimbeoordeling voor arbeidsongeschiktheid.
De claimbeoordeling blijft onveranderd. De verzekeringsarts krijgt het dossier dat is opgesteld in de verzuimperiode, met mogelijk een of meerdere ingevulde BAR-instrumenten. De verzekeringsarts is en blijft gehouden aan het ‘medisch arbeidsongeschiktheidscriterium’. Dit verandert niet met de inzet van het BAR-instrument door de bedrijfsarts.
Wat is de status van het BAR-instrument?
Iedereen kan de huidige versie van het BAR-instrument en de bijbehorende leidraad (pdf) lezen en het interactieve formulier bekijken. Dit is nog steeds een conceptversie. Voor diverse onderdelen wordt de inhoud mogelijk nog verbeterd voor de praktijk. Het onderzoek voor de doorontwikkeling van het instrument loopt tot en met februari 2026. Als ze dat willen, kunnen bedrijfsartsen het instrument al eerder uitproberen om belastbaarheid te beschrijven. Bij voorkeur samen met een of meer arbeidsdeskundigen, zodat het instrument wordt ingezet zoals het is bedoeld: om de samenwerking tussen beroepsgroepen te bevorderen. In de leidraad is een invulinstructie beschikbaar.
Wil je met jouw ervaring bijdragen aan de evaluatie van het BAR-instrument en leidraad? Voor de evaluatie van het BAR-instrument en de leidraad is regelmatig input van het werkveld nodig. Voor het onderzoek is men daarom op zoek naar bedrijfsartsen, arbeidsdeskundigen en verzekeringsartsen die willen deelnemen aan een panel waarin het gebruik van het BAR-instrument wordt gemonitord en geëvalueerd. Als je deelneemt aan het panel, word je gedurende de looptijd van het project (maximaal 3 jaar) regelmatig gevraagd een korte vragenlijst in te vullen. Dit panelonderzoek is onderdeel van de onafhankelijke evaluatie die wordt uitgevoerd door onderzoekers van de afdeling Gezondheidswetenschappen van het UMCG. Je kunt je aanmelden voor het panel. Meer informatie over het panelonderzoek staat op de website van het project.
Eenmalige feedback op het instrument en de leidraad is ook van harte welkom. Via het feedbackformulier op de website komt de feedback direct bij het BAR-onderzoeksteam terecht.
Nee. Uitgangspunt is dat de ontwikkeling en het gebruik van instrumenten en richtlijnen de eigen verantwoordelijkheid zijn van professionals. Doelstelling is wel dat zo veel mogelijk bedrijfsartsen het instrument gaan gebruiken. Het BAR-instrument en de leidraad zijn opgesteld in samenwerking met de betrokken beroepsverenigingen. De intentie om het instrument door te ontwikkelen als opmaat naar grootschalig gebruik wordt ook gedeeld door andere relevante stakeholders, zoals UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen), OVAL (Organisatie voor Vitaliteit, Activering en Loopbaan) en Kwaliteit op Maat. Deze partijen stelden gezamenlijk een intentieverklaring (pdf) op.
Het huidige instrument is nog in ontwikkeling. Het onderzoekstraject voor doorontwikkeling en validering van het instrument loopt tot februari 2026. De beroepsverenigingen NVAB, NVvA en NVVG zijn direct betrokken bij deze vervolgstap, naast partijen als UWV, Kwaliteit Op Maat, verschillende universiteiten, FNV, AWVN en VNO-NCW.
In de komende onderzoeksperiode worden (toekomstige) gebruikers regelmatig uitgenodigd om mee te doen aan onderzoeksactiviteiten. Via de website verstrekt het BAR-onderzoeksteam gaandeweg meer informatie over wanneer en hoe professionals kunnen participeren in de doorontwikkeling van het instrument.
Feedback kun je delen via de projectwebsite. Berichten komen rechtstreeks bij de onderzoekers van het vervolgonderzoek naar de doorontwikkeling van het BAR-instrument (Beschrijving Arbeidsbelastbaarheid en Re-integratie) en de leidraad terecht.
Wat is de inhoud van het BAR-instrument?
Het instrument bestaat uit de volgende domeinen:
- informatie werknemer en werkgever;
- overzicht re-integratie werknemer;
- arbeidsbelastbaarheid en re-integratiemogelijkheden met daarin:
- werkfactoren
- aandachtsgebieden voor activiteiten en participatie (persoonlijk, sociaal en lichamelijk functioneren)
- persoonlijke factoren
- prognose
- visie werknemer
- advies;
- overleg.
Bij externe factoren is ervoor gekozen om het instrument alleen te richten op bepaalde werkfactoren. Hiervan is uit de praktijk bekend dat deze het meest relevant zijn.
De huidige versie van het BAR-instrument (Beschrijving Arbeidsbelastbaarheid en Re-integratie) is een selectie van ICF-categorieën (International Classification of Functioning, Disability and Health). Het staat bedrijfsartsen echter vrij, als de casus daarom vraagt, ICF-categorieën toe te voegen. Daar is ruimte voor bij de optie ‘overige beperkingen’.
- De bedrijfsarts beschrijft de belastbaarheid en re-integratiemogelijkheden.
- Het instrument is gedurende het gehele re-integratieproces te gebruiken.
- De aanwezigheid van relevante omgevings- en persoonsfactoren is te noteren in het instrument.
- Het instrument is niet ziekte-specifiek.
- Het instrument is geen afgeleide van een instrument voor de claim van arbeidsongeschiktheid.
- De visie van de werknemer is in het instrument geborgd.
- Het instrument is wetenschappelijk onderbouwd of maakt gebruik van bestaand model/classificatiesysteem.
- Het instrument is zodanig vormgegeven dat de interpretatie eenduidig is.
- Het instrument is (ook) begrijpelijk voor werkgever en werknemer.
- Het instrument geeft een basis voor communicatie tussen de professionals van de verschillende beroepsgroepen.
De International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) is een internationaal geaccepteerde structuur en een begrippenkader om het functioneren van mensen en de factoren die daarop van invloed zijn in kaart te brengen. De ICF is in 192 landen, waaronder Nederland, aanvaard en wordt beheerd door de World Health Organization (WHO).
De ICF is een goed aanknopingspunt voor het BAR-instrument, want:
- als conceptueel kader besteedt de ICF niet alleen aandacht aan functioneren. Er is ook aandacht voor persoonlijke en externe factoren die relevant zijn in de context van belastbaarheid en re-integratiemogelijkheden van werknemers;
- als taal is de ICF bruikbaar voor interprofessionele afstemming over gezondheid en participatie tussen bedrijfsartsen, arbeidsdeskundigen en verzekeringsartsen. Maar ook met bijvoorbeeld medisch specialisten en paramedici;
- gebruik van de ICF vergemakkelijkt internationale vergelijkingen en wetenschappelijke evaluaties, waardoor een doorontwikkeling van het instrument makkelijker is.
In het onderzoek van Amsterdam Universitair Medisch Centrum zijn 6 instrumenten geïdentificeerd voor het beschrijven van de belastbaarheid en re-integratiemogelijkheden:
- Functie Informatie Systeem-Belastbaarheidspatroon (FIS-BLP) (dit is in de praktijk vervangen door de FML);
- Functionele Mogelijkheden Lijst (FML);
- Inzetbaarheidsprofiel (IZP);
- Medische Beperkingen Lijst (MBL), hieronder vallen de Lichamelijke Mogelijkheden Lijst (LML) en de Psychische Mogelijkheden Lijst (PML);
- Methode Ondersteunend Instrument (MOI);
- Aktivitetsförmågeutredning, Activity Capacity Assessment (AFU).
De MBL en MOI zijn gebaseerd op de ICF. De AFU gaat uit van de Work Ability Index (WAI).
Uit een stakeholderanalyse (zomer 2020) bleek dat er behoefte is aan een nieuw re-integratie-instrument, niet aan een afgeleide van deze instrumenten. Meer hierover lees je onder de vraag 'Welke doelen moet het instrument dienen?' en in een artikel van TBV.
De FML is ontwikkeld en bedoeld om arbeidsbelastbaarheid vast te stellen in het kader van een claimbeoordeling bij arbeidsongeschiktheid, niet om de arbeidsbelastbaarheid gedurende de re-integratie te beschrijven. Verzekeringsartsen van het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen) hanteren bovendien ook heel specifieke definities voor FML-termen. Gebruik van die termen door bedrijfsartsen kan tot verwarring leiden, omdat zij andere definities hanteren.
Wat zijn de begrippen en referentiekaders?
- Arbeidsbelastbaarheid: de werklast die een individu kan dragen, zowel op het geestelijke als het lichamelijke vlak.
- Re-integratiemogelijkheden: de resultante van de belastbaarheid en de daarop gebaseerde voorwaarden waaraan voldaan moet zijn om arbeidsdeelname (in eigen (aangepast) werk of ander werk) voor iemand, ondanks beperkingen in activiteiten, mogelijk te maken.
Re-integratie is work in progress. Bedrijfsartsen zien hun werk vaak als een doorlopende film, waarbij ze soms, als momentopname in het proces van verzuim en re-integratie, een foto maken van iemands belastbaarheid en de mogelijkheden die hierbij horen. De bedrijfsarts kijkt hierbij telkens naar de specifieke situatie van de werknemer, naar de medische gesteldheid, maar ook naar omgevingsfactoren in werk en privé. Het referentiekader is in eerste instantie vrijwel altijd de werkcontext en functie waarin de werknemer voor de ziekmelding functioneerde. Als terugkeer naar eigen werk niet haalbaar is, wordt de blik verbreed naar bijvoorbeeld ander werk bij de eigen of een andere werkgever.
Wat is het referentiekader van de arbeidsdeskundige bij arbeidsbelastbaarheid?
De private arbeidsdeskundige volgt het referentiekader van de bedrijfsarts en kan met behulp van een door de bedrijfsarts ingevuld BAR-instrument (Beschrijving Arbeidsbelastbaarheid en Re-integratie) bekijken hoe een uitgevallen werknemer de balans tussen belastbaarheid en arbeidsbelasting kan hervinden. Wellicht zijn aanpassingen in het werk nodig, of is de medewerker beter op zijn plek in een andere functie, binnen of buiten de onderneming. Private arbeidsdeskundigen vormen, met name bij complexere casuïstiek, een tandem met bedrijfsartsen. Met hun kennis van de belasting die taken en functies met zich meebrengen kunnen ze een grote rol spelen bij duurzame re-integratie in eerste en tweede spoor.
De publieke arbeidsdeskundige (werkzaam bij UWV, Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen) volgt, afhankelijk van de activiteit, het referentiekader van bedrijfsarts of verzekeringsarts:
- De arbeidsdeskundige bij UWV beoordeelt of er recht is op een uitkering. Voorafgaand vindt een Poortwachtertoets plaats. De arbeidsdeskundige toetst hierbij of de re-integratie-inspanningen overeenstemmen met de belastbaarheid zoals de bedrijfsarts die heeft beschreven in, bijvoorbeeld, het BAR-instrument. Bij onvoldoende inspanningen wordt de werkgever een verlengde loondoorbetalingsverplichting opgelegd.
- Na akkoord van het RIV (Re-Integratie Verslag) start de claimbeoordeling. Dit gebeurt aan de hand van de door de verzekeringsarts opgestelde belastbaarheid.
- Een arbeidsdeskundige van UWV kan ook tijdens de eerste 2 jaar van ziekte worden ingeschakeld bij een aanvraag deskundigenoordeel.
De verzekeringsarts stelt de belastbaarheid vast van werknemers die aanspraak maken op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Het betreft hier over het algemeen een momentopname. Bij de claimbeoordeling is het referentiekader van de verzekeringsarts een gezonde persoon op werkende leeftijd. De verzekeringsarts zet iemands belastbaarheid bij deze beoordelingen af tegen een functioneringsniveau waartoe gezonde personen op werkzame leeftijd minimaal in staat zijn.