Het basiscontract en de bedrijfsarts
Iedere werkgever moet beschikken over een eigen overeenkomst met een arbodienst of bedrijfsarts: het basiscontract. De werkgever is altijd zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de overeenkomst. Maar ook de arbodienst of bedrijfsarts heeft hierin een verantwoordelijkheid, namelijk: vaststellen dat het basiscontract voldoet aan de wettelijke vereisten.
Als meerdere partijen betrokken zijn bij de uitvoering van de werkzaamheden, zoals bij de maatwerkregeling, dan moet de bedrijfsarts (kunnen) controleren of de werkgever voldoet aan de eisen van een basiscontract van de andere partijen. De bedrijfsarts moet erop toezien dat zijn verplichtingen, genoemd in de Arbowet artikel 14 tweede lid, g, h, i en j, en derde lid niet in het gedrang komen door toedoen van de bepalingen in het basiscontract. Niet nakomen van deze verplichting kan tot een overtreding leiden.
Professionele beroepsuitoefening
Het is de taak van de bedrijfsarts en de arbodienst om zich ervan te verzekeren dat basiscontracten voldoende ruimte laten voor professionele beroepsuitoefening, zoals omschreven in de Arbowet. Artikel 13 (bijstand deskundige werknemer), artikel 14 (maatwerkregeling) en artikel 14a (vangnetregeling) gaan hier verder op in.