Veiligheidsweek voor groot en klein

Het Albert Schweitzer Gilde is onderdeel van de Stichting Jong Nederland. De leden zijn ingedeeld in 4 leeftijdscategorieën. Het activiteitenaanbod is gebaseerd op drie pijlers: sport & spel, creativiteit en buitenleven. Het clubgebouw wordt bijna iedere dag gebruikt en daar zijn brandslanghaspels, blussers, branddekens en EHBO-trommels aanwezig. Maar de groepen trekken er ook vaak op uit, in wisselende samenstellingen en op verschillende locaties. Hoe zorgt het Albert Schweitzer Gilde van Jong Nederland ervoor dat de interne noodhulp niet alleen in het clubhuis, maar ook daarbuiten goed geregeld is?

Aanpak

  • Veiligheidsweek
    Het bestuur neemt veiligheid heel serieus. Maar om het onderwerp ook voor kinderen bespreekbaar te maken, wordt het met een speelse inslag benaderd. Neem bijvoorbeeld de veiligheidsweek. Die wordt ieder jaar georganiseerd, waardoor bestuur, begeleiders en kinderen weer een week lang bewust met veiligheid bezig zijn. In die week worden de blusmiddelen gecontroleerd, vinden er ontruimingsoefeningen plaats en worden alle plannen bijgewerkt.
  • Spelen is ook oefenen
    Ook krijgen de verschillende groepen opdracht om voor de veiligheidsweek activiteiten te bedenken die met dit thema te maken hebben. Er komt bijvoorbeeld een ambulance naar het clubhuis, kinderen mogen een blusser leegspuiten en wordt het veiligheidsspel gespeeld. De kinderen krijgen allerlei opdrachten, variërend van pleisters plakken en verbandjes aanleggen tot een oefentelefoontje naar de hulpdiensten. Zo wordt oefenen kinderspel.
  • BHV als bindend element
    Investeren in opleidingen wordt vaak gezien als een noodzakelijk kwaad. Bij het Albert Schweitzer Gilde van Jong Nederland wordt het gezien als een manier om de vrijwillige begeleiders nog sterker aan de club te binden: kijk, wij investeren in jou.
  • Rolverdeling
    Iedereen kent zijn of haar taak bij een eventueel incident. Bijvoorbeeld bij brand ligt de focus op ontruimen. Alle begeleiders gaan direct met ‘hun’ kinderen naar buiten. Daar staat iemand klaar met een presentielijst, om te kijken of de groep compleet is. De overige begeleiders beslissen of er zelf een bluspoging wordt gedaan en of er hulpdiensten moeten komen. Als dat zo is, worden de hulpdiensten opgevangen op een speciale plaats buiten het clubgebouw.

Resultaat

  • Bestuur en begeleiders delen in ieder geval één inzicht: zolang er niets misgaat is interne noodhulp altijd te duur. Maar als er iets gebeurt en je kunt een leven redden, dan blijkt dat onbetaalbaar.
  • Ongeveer de helft van alle begeleiders heeft een BHV- of EHBO-diploma. Er zijn altijd genoeg opgeleide mensen aanwezig om in noodsituaties adequaat op te kunnen

Praktische tips

  • Maak voor specifieke buitenactiviteiten, zeker als ze plaatsvinden op een andere locatie, een apart calamiteitenplan.
  • Investeer in het trainen van je vrijwilligers. Het is belangrijk voor de club en tegelijkertijd een mooi aanbod aan je mensen, met een bindend effect.
  • Maak interne noodhulp niet te ingewikkeld, te zwaar of te bijzonder. Het is een vanzelfsprekend onderdeel van je werk en een vanzelfsprekend onderwerp van gesprek, ook voor kinderen.
  • Kleine dingen kunnen heel veel effect hebben. Een kijkje nemen in een echte ambulance, bijvoorbeeld, maakt op de meeste kinderen veel indruk. Een ideaal aanknopingspunt om naderhand nog eens over veiligheid te beginnen.