Vormen van discriminatie op het werk
In totaal kennen deze wetten de volgende gronden waarop in werksituaties geen ongeoorloofd onderscheid mag worden gemaakt:
- godsdienst;
- levensovertuiging;
- politieke overtuiging;
- ras;
- geslacht;
- Onder direct onderscheid op grond van geslacht wordt mede verstaan onderscheid op grond van zwangerschap, bevalling en moederschap.
- nationaliteit;
- hetero- of homoseksuele gerichtheid;
- burgerlijke staat;
- handicap of chronische ziekte;
- leeftijd;
- Het verbod op leeftijdsdiscriminatie bij arbeid is sinds 2004 van kracht en bepaalt onder andere dat bedrijven in hun sollicitaties niet om personeel van een bepaalde leeftijd mogen vragen.
- arbeidsduur (fulltime of parttime); en soort contract (vast of tijdelijk).