Elektriciteit

Elektriciteit op de werkvloer kan altijd een potentieel gevaar zijn, ook zonder direct contact. Een lichte schok kan door de schrik bijvoorbeeld een val veroorzaken. Voor het werken aan elektrische installaties moeten de juiste voorzorgsmaatregelen worden genomen om de risico's te beperken.

Gevaren van elektriciteit

De meeste ongelukken met elektrische installaties gebeuren door het werken met ondeugdelijk materiaal. Of doordat gewerkt wordt zonder de juiste opleiding of voldoende ervaring en kennis. Zo is het bijvoorbeeld een misverstand dat alleen direct contact met elektriciteit gevaarlijk is. Bij hoogspanning (meer dan 1000 volt) is te dicht naderen van een geleider al heel gevaarlijk.

Gewone stroom, maar ook statische elektriciteit die bijvoorbeeld ontstaat bij laden en lossen van vloeistoffen, kunnen brand en explosies veroorzaken. Met persoonlijke risico's van zware verwondingen, blijvende schade of overlijden. Bij tien tot twintig milliampère kan al spierverkramping optreden die hartproblemen of zelfs een hartstilstand tot gevolg heeft.

De risico’s bij verkeerd gebruik van elektriciteit hangen af van verschillende omstandigheden. Lichaamsgewicht, conditie en geslacht zijn van invloed, evenals wissel- of gelijkstroom, de tijdsduur van de schok, de route door het lichaam, klimaat (vocht geleidt beter) en de grootte van het aanrakingsoppervlak.  

Normen

Voor het inrichten van en het werken aan elektrische installaties zijn diverse normalisatienormen ontwikkeld, zoals installatievoorschriften voor laag- en hoogspanningsinstallaties, voor ruimten met ontploffingsgevaar en voor medisch gebruikte ruimten. Ook zijn er normalisatienormen beschikbaar voor werken bij laagspanning en voor bliksemafleiderinstallaties.

Het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN) geeft deze normen uit.

Tips voor veilig werken

In de risico-inventarisatie en -evaluatie en plan van aanpak staan de maatregelen om problemen met elektriciteit te voorkomen. In het algemeen geldt:

  • haal bij het werken aan installaties de spanning eraf;
  • zorg dat medewerkers goed zijn opgeleid;
  • werk alleen met dubbel geïsoleerd gereedschap;
  • isolatie moet altijd goed zijn;
  • vervang meteen defecte isolatie;
  • goede afscherming van schakel- en stoppenkasten;
  • pas zoveel mogelijk lage spanning toe;
  • weet dat het smeltpatroon de zwakste schakel in de stroomketen is;
  • plaats het afschermdeksel altijd meteen terug;
  • zorg voor een goede veiligheidsaarding;
  • hoe hoger te spanning, des te groter de afstand tussen lichaam en geleider moet zijn.