Op het etiket van gevaarlijke stoffen die in de handel gebracht worden, staan gevaarpictogrammen (met een signaalwoord) met H (hazard)- en P (precautionary)-zinnen. De gevaarspictogrammen geven het gevaar weer in de vorm van een plaatje (zoals een vlam, een doodshoofd in een ruit). De nummers van de H- en P-zinnen zijn in iedere taal gelijk.
In 2008 is de Verordening betreffende de indeling etikettering en verpakking van stoffen en mengsels (preparaten) vastgesteld (1272/2008). Door deze verordening is de oude wijze van gevaarsetikettering vervallen (met gevaarssymbolen, R (risico)- en S (safety)-zinnen).
H- en P-zinnen
Etiketten van stoffen en mengsels (preparaten) hebben het doel de gebruiker te informeren over de gevaren van het product en de te nemen veiligheidsmaatregelen.
Signaalwoorden
Onder een gevaarspictogram kan een signaalwoord geplaatst zijn zoals “gevaar” of “waarschuwing”.
Werkpleketikettering
Daarnaast bevat de Arbeidsomstandighedenregelgeving ook de verplichting dat iedere stof/mengsel (als deze niet in de handel gebracht wordt) ook moet worden voorzien van een etiket met dezelfde elementen (gevaarspictogram, H-zinnen, P-zinnen, signaalwoorden). De eisen staan in Arbeidsomstandighedenbesluit artikel 4.1.d.