Gehoorbescherming
Slecht horen als gevolg van lawaai op het werk is een vaak voorkomende beroepsziekte. Slecht horen kan tot ernstige maatschappelijke en medische gevolgen leiden. Gehoorbescherming is nodig om lawaaislechthorendheid te voorkomen.
Wat zijn de risico’s van werk zonder gehoorbescherming
Lawaaislechthorendheid treedt op als het geluidsniveau (volume) in de gehoorgang te hoog is, onafhankelijk van het feit of dit geluid mooi klinkt of als lawaai wordt waargenomen.
Als vuistregel geldt: als het niet mogelijk is om zonder stemverheffing een gesprek te voeren met iemand binnen een straal van een meter, bestaat de kans op het ontwikkelen van lawaaidoofheid.
Het geluidsniveau is te meten met een decibelmeter. Een decibelmeter geeft het geluidsniveau aan in dB(A).
Risico’s van te hard geluid:
- Lawaaislechthorendheid;
- Doofheid;
- Oorsuizen (tinnitus).
In hoofdstuk 6, afdeling 3 van het Arbobesluit is het wettelijke kader te vinden rondom lawaai op de werkvloer. In artikel 6.8 van het Arbobesluit is meer te vinden over de maatregelen ter voorkoming of beperking van de blootstelling van geluid op de werkvloer.
Geluid dat we altijd om ons heen hebben kan een risico worden, zie bijvoorbeeld:
- Een normaal gesprek voeren levert een geluidsniveau op van circa 60 dB(A).
- De pijngrens ligt bij de meeste volwassenen boven 120 dB(A).
- Een autoradio op vol volume zit met pieken soms wel op 100 dB(A).
- Het gevaar van lawaaislechthorendheid begint bij werknemers bij 80 dB(A). Boven deze waarde moet de werkgever volgens de Arbowet gehoorbescherming aanbieden. De noodzaak van dit volume moet ook in de risico-inventarisatie en – evaluatie (RI&E) worden opgenomen. Er zullen dan ook maatregelen moeten worden getroffen.
- Bij 83 dB(A) mag een werknemer maximaal 4 uur zonder gehoorbescherming werken, waarbij er geen onacceptabel grote kans op gehoorschade mag bestaan. In de overige 4 uur mag dan geen hoog geluidsniveau meer voorkomen.
- Een werknemer is verplicht gehoorbescherming te gebruiken als de dagdosis gemiddeld hoger is dan 85 dB(A).
Verschillende soorten gehoorbescherming
Er zijn verschillende soorten maatregelen die op de werkvloer genomen kunnen worden om het gehoor van werknemers en anderen op de werkvloer te beschermen.
Bronmaatregelen
Ook bij geluid geldt de arbeidshygiënische strategie: zorg er eerst voor dat de oorzaken aan de bron zijn weggenomen, bijvoorbeeld door een oude lawaaiige machine te vervangen door een nieuwe die stiller is. Als dat, volgens het oordeel van de Ondernemingsraad, niet mogelijk blijkt moet de blootstellingstijd worden verkort. Als ook dat geen oplossing oplevert (onder 80 dB(A)), dan pas is het inzetten van gehoorbeschermers een wettelijk toegelaten optie.
Soorten gehoorbeschermers
Er zijn drie soorten gehoorbeschermers:
• Gehoorkappen die als koptelefoons worden gedragen. Als deze de oren goed omsluiten, dan is een demping met 30 dB(A) mogelijk. Het dragen van gehoorkappen kan verhitting van de oren veroorzaken. Ook isolatie van de omgeving (en resoneren van eigen bewegingsgeluid) kunnen hinderlijke bijeffecten van het dragen van gehoorkappen zijn.
• Oorpluggen, dopjes, of stopjes die in de gehoorgang worden geplaatst. Ze worden niet altijd goed in het gehoorkanaal ingebracht, waardoor onvoldoende demping optreedt en dus gehoorschade kan ontstaan. Ook zijn ze niet altijd hygiënisch, waardoor gezondheidsklachten kunnen optreden.
• Otoplastieken zijn op maat gemaakte oordoppen die bescherming kunnen bieden oplopend tot 30 dB(A). Meestal worden ze afgestemd op de demping die noodzakelijk is op de werkplek, zodat ze niet meer dempen dan strikt noodzakelijk. Indoen mogelijk worden ze afgestemd op het soort geluid dat gedempt moet worden (vooral bepaalde tonen of muziek) Het blijft dan bijvoorbeeld mogelijk om een gesprek te voeren. Hierdoor stijgt het draagcomfort. Wel moeten de otoplastieken regelmatig worden gecontroleerd op lekkage en voldoende dempende eigenschappen.
Combinatie van verschillende middelen
Bij het gebruik van een combinatie van verschillende gehoorbeschermers is het niet mogelijk om de afzonderlijke beschermingsniveaus bij elkaar op te tellen. Geluid kan via diverse wegen het middenoor bereiken, ondanks het dragen van een gehoorbeschermingsmiddel. Er moet o.a. rekening worden gehouden met beengeleiding (via schedelbeenderen), de mondholte, geluidslekken in en rondom de gehoorbeschermer en trillingen in de oorkap.
Bij het gelijktijdig dragen van bijvoorbeeld oorkappen en een gehoorbeschermingsmiddel in de gehoorgang wordt dus nog altijd geluid naar het middenoor geleid. De gezamenlijke verzwakking is daarom altijd minder dan de opgetelde afzonderlijke verzwakking. De maximale verzwakking die met (combinatie van) gehoorbeschermers kan worden bereikt, bedraagt ongeveer 35 dB(A). Meer is niet mogelijk vanwege de geluidsoverdracht via botgeleiding en via de mondholte.
Het is aan te bevelen de informatie die de leverancier van gehoorbescherming verschaft te raadplegen voor de specifieke omstandigheden binnen een bedrijf. Voor welk soort beschermers de werkgever kiest, mag niet door de kosten worden bepaald. Het moet in overeenstemming met de drager worden bepaald.
Op maat gemaakt
Als het persoonlijk beschermingsmiddel voor iemand op maat is gemaakt, moet regelmatig gecontroleerd worden of het nog past en of het nog de bescherming biedt waar het voor bedoeld is. Hoe vaak en hoe zo’n controle moet gebeuren, staat in de gebruiksaanwijzing of in de instructies van de fabrikant.
Zeker bij op maat gemaakte gehoorbescherming, is het belangrijk om regelmatig te controleren of het persoonlijk beschermingsmiddel nog goed past. Als een op maat gemaakt persoonlijk beschermingsmiddel niet meer past, werkt het niet goed en voldoet het dus niet aan wat wel wettelijke verplichtingen zijn (de werkgever verstrekt een passend persoonlijk beschermingsmiddel). Een niet goed passende op maat gemaakte gehoorbescherming kan een gevoel van "schijnzekerheid" geven. De gebruiker kan zelf niet tot nauwelijks beoordelen of het nog goed functioneert.
Hoe moet er worden omgegaan met gehoorbescherming
Om gehoorbescherming op de juiste manier te kunnen gebruiken, moeten deze een goede pasvorm hebben en moet er onderhoud gepleegd worden. Volg hierbij de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing. Let hierbij ook op de levensduur zoals de fabrikant die vermeld heeft.
De werknemer moet overleggen met de werkgever over de ergonomie van de beschermingsmiddelen. Persoonlijk beschermingsmiddelen moeten zo comfortabel mogelijk zijn en mogen niet hinderen. Het moet zo veel mogelijk op maat van de drager zijn. Er moet aandacht zijn voor draagcomfort wanneer dragen van gehoorbescherming voor verwarming of isolatie zorgt van de oren.
Het dragen van gehoorbescherming kan een effect hebben op de normale communicatie op de werkplek. Let erop dat dit niet tot risico’s leidt.