Werktijden voor kinderen (13-, 14- en 15-jarigen) voor niet-cultureel werk

In de Arbeidstijdenwet staat hoe lang werknemers vanaf 16 jaar maximaal mogen werken en hoe lang hun rustperioden minimaal moeten zijn. Onder bepaalde voorwaarden mogen ook kinderen (13-, 14 en 15-jarigen) (licht) werk verrichten. Welke voorwaarden dat zijn staat in de Nadere regeling kinderarbeid (NRK).

In het algemeen geldt dat voor 13-, 14- en 15-jarigen licht werk is toegestaan. Dat wil zeggen dat werkzaamheden niet te zwaar zijn en geen gevaar opleveren en niet schadelijk zijn voor de (lichamelijke en geestelijke) gezondheid. 13- en 14-jarigen mogen alleen hand- en spandiensten verrichten maar geen zelfstandig productiewerk en altijd moet er iemand zijn die toezicht houdt.

Omdat het voor 13-, 14- en 15-jarigen belangrijk is dat de schoolprestaties niet lijden onder de bijbaan, maakt de regelgeving een onderscheid tussen een ‘schoolweek’ en een ‘vakantieweek’. Er is sprake van een schoolweek als er in die week op één of meer dagen onderwijsactiviteiten plaatsvinden.

Verantwoordelijkheid

In geval van kinderarbeid is niet alleen de werkgever verantwoordelijk voor de naleving van de regels, maar ook de ouders (danwel degene die de voogdij uitoefent of in wiens gezin het kind is opgenomen).

Werk dat niet is toegestaan:

  • Werk wat volgens de Arbowet voor jeugdige werknemers verboden is of daaraan bijzondere (veiligheids-)eisen stelt
  • Werken onder stress
  • Kassawerkzaamheden/geldhandelingen
  • Werken in één houding
  • Lasten tillen van meer dan 10 kg
  • Voorwerpen duwen of trekken van meer dan 20 kg
  • Werk waarbij permanent persoonlijke beschermingsmiddelen moeten worden gedragen
  • Werken met of in de omgeving van apparatuur waarbij brand-, elektrocutie-, knel, plet-, snij- of valgevaar bestaat
  • Werk op een zeeschip (als zeevarende of visser)
  • Maaltijdbezorging op commerciële basis waarbij sprake is van deelname aan het verkeer met behulp van een voertuig

Niet-cultureel werk 13-, 14- en 15-jarigen

Hieronder lees je welk niet-cultureel werk is toegestaan voor kinderen van 13, 14 en 15 jaar. Voor 15-jarigen gelden andere regels dan voor 13- en 14-jarigen. De wet maakt verder een onderscheid tussen werken tijdens een schoolweek en werken tijdens een vakantieweek. 

Regels 13- en 14-jarigen

13- en 14-jarigen mogen werken tijdens een schoolweek als aan onderstaande regels wordt voldaan: 

  • geen werk op zondag; 
  • 14 uur rust per dag, niet werken tussen 19.00 uur en 7.00 uur; 
  • maximaal 7 uur werken per dag; 
  • maximaal 12 uur werken per week;
  • geen werk op dagen dat onderwijs wordt gevolgd, met een uitzondering voor oppassen bij familie of kennissen, auto's van derden wassen of het behulpzaam zijn bij het verspreiden van folders en huis- aan huisbladen, in een gezinshuishouding of op een kinderboerderij. 

13- en 14-jarigen mogen werken tijdens een vakantieweek als aan onderstaande regels wordt voldaan: 

  • geen werk op zondag; 
  • 14 uur rust per dag, niet werken tussen 19.00 uur en 7.00 uur; 
  • maximaal 7 uur werken per dag; 
  • maximaal 35 uur werken per week;
  • maximaal 5 dagen werken per week; 
  • maximaal 4 vakantieweken per jaar werken, waarvan maximaal 3 vakantieweken aaneengesloten.

Regels 15-jarigen

15-jarigen mogen werken tijdens een schoolweek als aan onderstaande regels wordt voldaan: 

  • werken op zondag is onder voorwaarden mogelijk, maar dan moet de zaterdag ervoor vrij zijn, en de 15-jarige moet minimaal 5 zondagen per 16 weken vrij zijn; 
  • 12 uur rust per dag, niet werken tussen 19.00 uur en 7.00 uur; 
  • maximaal 8 uur werken op niet-schooldagen en maximaal 2 uur werk op dagen dat onderwijs wordt gevolgd; 
  • maximaal 5 dagen werken per week. 

15-jarigen mogen werken tijdens een vakantieweek als aan onderstaande regels wordt voldaan: 

  • werken op zondag is onder voorwaarden mogelijk, maar dan moet de zaterdag ervoor vrij zijn; 
  • 12 uur rust per dag, niet werken tussen 21.00 uur en 7.00 uur; 
  • maximaal 8 uur werken per dag; 
  • maximaal 40 uur werken per week; 
  • maximaal 6 vakantieweken per jaar werken, waarvan maximaal 4 vakantieweken aaneengesloten.