Zorg dat het leuk blijft! Hoogleraar Toon Taris over werkstress
Van 13 tot 17 november is de Week van de Werkstress. Toon Taris, hoogleraar aan de UU, weet alles over werkstress. Hij doet onderzoek naar de psychologie van arbeid en gezondheid. Daarbij richt Taris zich onder andere op burn-out, werkverslaving, stress en werkprestatie. Hij publiceerde verschillende boeken, waaronder ‘Harder, beter, sneller’ over de relatie tussen werk en welzijn. Taris: “Zorg dat je niet alleen nu gezond en veilig aan het werk bent, maar over vijf of tien jaar nog steeds.”
In ‘Harder, beter, sneller’ onderzoekt Taris hoe onze ideeën over werk uiteindelijk vorm hebben gekregen, en wat de lessen uit het verleden ons kunnen leren voor de toekomst. De belangrijkste conclusies uit het boek:
- Hoge werkdruk en de negatieve gevolgen zijn niet nieuw.
Tijdens de industriële revolutie, 200 jaar geleden, werd ook al gesproken over vermoeidheid, te hard werken en werkdruk. Mensen maakten zich daar destijds al zorgen over en dat is nog steeds zo. Een beetje werkdruk is niet verkeerd, maar van hoge werkdruk weten we dat het samenhangt met allerlei negatieve gevolgen, zoals stress, burn-out en ziekte.
- De manier waarop we werk organiseren kan leiden tot hoge werkdruk.
Dankzij technologische ontwikkelingen kunnen we efficiënter werken. Alleen houden we nu geen tijd over, maar vullen we deze tijd weer op met andere zaken. Belangrijk is om werk leuk te houden: bijvoorbeeld door mensen meer inspraak in hun werk te geven en te zorgen voor een betere werksfeer.
- Bij inspanning is ontspanning van belang om hoge werkdruk te voorkomen.
Hard werken is helemaal niet verkeerd. Belangrijk is dat je er wel van kan herstellen. Ga andere dingen doen, zoals sporten. Ook zijn rustpauzes en vakanties belangrijk.
- Het kan niet allemaal tegelijk.
Het lijkt in onze cultuur te zitten dat ‘gewoon’ werken, op gemiddeld niveau bezig zijn, niet goed genoeg is. En dat terwijl de arbeidsmarkt behoorlijk krap is. De vraag is waarom we onszelf zo onder druk zetten, terwijl we weten dat het onder andere mentale problemen oplevert, zoals depressiviteit en faalangst.
'Werkstress maakt krankzinnig’
Al in 1918 schreef Jacobus van Ginneken, een hoogleraar aan de toenmalige Katholieke Universiteit Nijmegen, dat het “gejaagde leven” op het werk ertoe zou leiden dat aan het einde van de 20ste eeuw “het aantal krankzinnigen het aantal normale mensen aanzienlijk zou overtreffen”. Deze trend is dus niet nieuw en zal ook niet snel verdwijnen.
De vraag is hoe we ermee om gaan. Taris: “Ik pleit ervoor dat arbeidspsychologische kennis dichter bij beleid komt te staan. Dat niet alleen het economische perspectief leidend is bij het nemen van beslissingen, maar ook het arbeidspsychologische perspectief mee wordt genomen als het gaat over productiviteit. Ook moeten we bewuster nadenken over waar personen het meest van nut zijn, waar ze het beste functioneren en wat daarvoor nodig is. Dat vereist aandacht voor mensen. “
Verantwoordelijkheid van de werkgever
Leidinggevenden zijn aan zet om het werk goed in te richten. Bijvoorbeeld door het werk beter te verdelen, meer mensen inspraak te geven en te zorgen dat er voldoende mensen zijn om het werk uit te voeren. Als die mensen er niet zijn, dan moet een leidinggevende veeleisende managers en klanten vertellen dat het niet gaat lukken. Dat is verantwoord leiderschap.
Omgaan met werkstress als werknemer
20% van de werknemers in Nederlanders ervaart werkstress en burn-outklachten. Hoe kun je er nu het beste mee omgaan? “Allereerst is het zinvol om te kijken waar het probleem vandaan komt”, adviseert de hoogleraar.
- Als het probleem te maken heeft met te hard werken en gebrek aan herstel, dan moet je ervoor zorgen dat je je hersteltijd op orde hebt. Dat kun je in principe zelf door prioriteiten te stellen. Zorg ervoor dat je ook tijd hebt voor andere, leuke zaken waardoor je loskomt van het werk. Neem positie in en blijf hierbij.
- Als het probleem een slechte werksfeer of weinig uitdaging is, dan kan job craften soms een optie zijn. Dat is het aanpassen van je werk op kleine punten zodat het uitdagender, interessanter en minder belastend wordt. Bijvoorbeeld door cursussen te volgen of een interne promotie na te streven. Je probeert je werk dus zó te veranderen dat het beter bij jou gaat passen.
- En als het niet lukt om je stress en werkdruk onder controle te krijgen, zoek dan een nieuwe baan. Mensen die zelf van baan wisselen, worden daar over het algemeen beter en gelukkiger van.
De conclusie: “Laten we kijken of het anders en vooral minder kan. Ga met elkaar in gesprek. Zodat je niet alleen nu een gezond en veilig aan het werk bent, maar over vijf of tien jaar nog steeds.”