Werkgever en werknemer zijn er bij ziekte samen verantwoordelijk voor dat de werknemer zo snel mogelijk weer aan het werk kan. Bijvoorbeeld met een aangepaste werkplek, andere werktijden of een aangepaste functie.
Door het werk aan te passen kunnen zieke werknemers vaak snel weer aan het werk in hun oude functie. Soms zijn die aanpassingen tijdelijk, soms niet. Uiteraard is het belangrijk dat het werk bijdraagt aan het herstel en dat de werknemer niet zieker wordt van het werk. De werkgever doet er daarom goed aan om tijdig voor de passende voorzieningen en maatregelen te zorgen. Voorbeelden zijn:
- flexibele werktijden;
- de mogelijkheid om de werktijd zelf in te delen;
- niet meer fulltime, maar parttime gaan werken;
- bepaalde taken weglaten of taken toevoegen aan de functie;
- thuiswerken;
- een goed ingerichte werkplek.
Verplichtingen werknemer
Als een werknemer zonder goede redenen en tegen de beoordeling van de bedrijfsarts in weigert om aangepast werk te doen, dan mag de werkgever loon inhouden. In het uiterste geval kan een werkgever het loon stopzetten en zelfs ontslag aanzeggen. Als er passend werk is gevonden in een ander bedrijf, dan moet de werknemer dit accepteren.
Subsidies en advies
De arbodienst adviseert werkgevers en werknemers over de inrichting van een gezonde werkplek. Werknemers kunnen bij UWV subsidies aanvragen. Bijvoorbeeld voor een aanpassing van de werkplek, communicatiemiddelen of een aanpassing van de inrichting van het bedrijf. Om voor subsidie in aanmerking te komen gelden wel bepaalde voorwaarden.