Elke organisatie moet beschikken over een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Zijn er bepaalde gevaarlijke stoffen aanwezig, dan moet de werkgever een aanvullende risico-inventarisatie en -evaluatie (ARIE) opstellen. Dat is vastgelegd in hoofdstuk 2, afdeling 2 van het Arbobesluit. In dat hoofdstuk is de regeling opgenomen die is gericht op twee zaken: op voorkoming en beperking van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken én de gevolgen daarvan voor de veiligheid en de gezondheid van werknemers.
Vallen werkgevers onder deze regeling, dan moeten ze onder andere een aanvullende risico-inventarisatie en -evaluatie opstellen. Die moet passen bij de werksituatie in het bedrijf en de risico’s die zijn verbonden aan de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen. De werkgever inventariseert de risico’s en stelt vervolgens maatregelen op om die risico’s tegen te gaan. Naast het opstellen van de ARIE heeft de werkgever meer te doen. Wanneer de werkgever ARIE-plichtig is, dan moet deze in elk geval de volgende zaken schriftelijk vastleggen:
- preventiebeleid voor zware ongevallen (ook wel: veiligheidsbeleid);
- identificatie van gevaren en evaluatie van gevaren en risico’s;
- (ongeval)scenario’s;
- veiligheidsbeheerssysteem (VBS);
- intern noodplan;
- beheersmaatregelen.