Wat zegt de wet over de Nederlandse Arbeidsinspectie?

Om de inspecties en onderzoeken goed te kunnen uitvoeren, hebben de inspecteurs van de Nederlandse Arbeidsinspectie bepaalde bevoegdheden. Zo mogen de inspecteurs:

  • vragen stellen aan iedereen op een werkplaats;
  • identiteitsdocumenten, werktijdregistraties, loonadministraties en andere documenten inzien;
  • gegevens en documenten (waaronder computerbestanden) kopiëren of meenemen;
  • voorwerpen en monsters meenemen, verpakkingen openen en foto’s maken;
  • medewerking eisen van de werkgever, bijvoorbeeld bij het vaststellen van de identiteit van de personen die bij hem aan het werk zijn;
  • spreken met de ondernemingsraad (OR) buiten aanwezigheid van de bestuurder van de organisatie.

De inspecteur kan bij een controle met de werkgever in gesprek gaan over de thuiswerkvoorzieningen. Dat doet hij of zij op basis van de informatie uit de risico-inventarisatie of -evaluatie (RI&E).

Bovengenoemde bevoegdheden helpen de inspecteurs om, door het waarnemen van de dagelijkse praktijk, oneerlijk, onveilig of ongezond werk tegen te gaan. Zo kan met het controleren van identiteitsdocumenten onder meer illegale arbeid worden voorkomen en kan door het nemen van monsters de veiligheid van producten worden gecontroleerd.