Regels voor aanwezigheidsdiensten en oproepdiensten (consignatie)

In paragraaf 4.8 van het Arbeidstijdenbesluit staat een specifieke regeling voor aanwezigheidsdiensten. Tijdens een aanwezigheidsdienst moet een werknemer op de werkplek blijven, zodat hij na een oproep zo snel mogelijk aan het werk kan gaan. Dit mag alleen als het soort werk dat noodzakelijk maakt en het werk redelijkerwijs niet op een andere manier te organiseren is (bijvoorbeeld in de zorg of bij de brandweer). Bovendien moet het werken in aanwezigheidsdiensten in een collectieve regeling zijn afgesproken.

Bereikbaarheidsdienst

Consignatie in de zorg wordt ook wel een ‘bereikbaarheidsdienst’ genoemd. Het verschil is dat bij een bereikbaarheidsdiensten het opgeroepen worden een normaal onderdeel is van de functie en dus niet alleen plaatsvindt in noodgevallen. Denk bijvoorbeeld aan een verloskundige. Voor een bereikbaarheidsdienst gelden dezelfde regels als voor consignatie, behalve dat er in dit geval geen 14 oproepvrije dagen hoeven te zijn in 28 dagen. Het aantal oproepdiensten is wel beperkt.

Hieronder lees je welke wettelijke regels gelden voor aanwezigheidsdiensten. 

Oproepdiensten (consignatie)

Als een werknemer geconsigneerd is, dan moet de werknemer in de vrije tijd bereikbaar zijn voor spoedgevallen. De regels voor consignatie staan in artikel 5:9 van de Arbeidstijdenwet. Er is sprake van consignatie als aan de volgende drie voorwaarden wordt voldaan:

  1. De werknemer is buiten werktijd bereikbaar voor oproepen. De oproep vindt plaats in de vrije tijd: in het weekend, tussen 2 diensten in of tijdens een pauze.
  2. Bij een oproep gaat de werknemer zo snel mogelijk aan het werk.
  3. De werknemer is bereikbaar voor onvoorziene spoedgevallen.

Meer informatie over oproepdiensten (consignatie) staat uitgelegd op de site van de Rijksoverheid

Hieronder lees je welke wettelijke regels gelden voor oproepdiensten.