Regels voor aanwezigheidsdiensten en oproepdiensten (consignatie)
In paragraaf 4.8 van het Arbeidstijdenbesluit staat een specifieke regeling voor aanwezigheidsdiensten. Tijdens een aanwezigheidsdienst moet een werknemer op de werkplek blijven, zodat hij na een oproep zo snel mogelijk aan het werk kan gaan. Dit mag alleen als het soort werk dat noodzakelijk maakt en het werk redelijkerwijs niet op een andere manier te organiseren is (bijvoorbeeld in de zorg of bij de brandweer). Bovendien moet het werken in aanwezigheidsdiensten in een collectieve regeling zijn afgesproken.
Bereikbaarheidsdienst
Consignatie in de zorg wordt ook wel een ‘bereikbaarheidsdienst’ genoemd. Het verschil is dat bij een bereikbaarheidsdiensten het opgeroepen worden een normaal onderdeel is van de functie en dus niet alleen plaatsvindt in noodgevallen. Denk bijvoorbeeld aan een verloskundige. Voor een bereikbaarheidsdienst gelden dezelfde regels als voor consignatie, behalve dat er in dit geval geen 14 oproepvrije dagen hoeven te zijn in 28 dagen. Het aantal oproepdiensten is wel beperkt.
Hieronder lees je welke wettelijke regels gelden voor aanwezigheidsdiensten.
Jongeren onder de 18 jaar mogen geen aanwezigheidsdiensten draaien.
De minimale rust voor en na een aanwezigheidsdienst ligt vast op 11 uur.
1 keer per week mag deze rust worden ingekort tot 10 uur en 1 keer tot 8 uur. De voorwaarden zijn dat dit nodig is voor het werk en dat dit bij collectieve regeling is overeengekomen.
Deze beide inkortingen mogen niet direct achter elkaar worden toegepast en moeten dus worden verspreid over de week.
Na een ingekorte rust moet de eerste daaropvolgende rustperiode worden verlengd met de gemiste uren.
De minimale rusttijd bedraagt 90 uur. Die is als volgt ingedeeld: een onafgebroken rustperiode van 24 uur en 6 onafgebroken rustperioden van 11 uur.
Bij collectieve regeling gelden andere regels, namelijk:
een onafgebroken rustperiode van 24 uur;
4 onafgebroken rustperioden van 11 uur;
een onafgebroken rustperiode van 10 uur; en
een onafgebroken rustperiode van ten minste 8 uur.
De maximale duur van een aanwezigheidsdienst is 24 uur.
Het maximum aantal aanwezigheidsdiensten is 52 in 26 weken.
De gemiddelde werktijd per week is 48 uur per 26 weken.
Bij een opt out of maatwerkregeling geldt een andere gemiddelde werktijd per week, namelijk: 60 uur per 26 weken.
De voorwaarde is dat er schriftelijke instemming van iedere medewerker is die het betreft. De schriftelijke instemming geldt voor 26 weken en wordt stilzwijgend verlengd voor eenzelfde periode, tenzij een werkende uitdrukkelijk aangeeft dat hij of zij het met die stilzwijgende verlenging niet eens is.
Oproepdiensten (consignatie)
Als een werknemer geconsigneerd is, dan moet de werknemer in de vrije tijd bereikbaar zijn voor spoedgevallen. De regels voor consignatie staan in artikel 5:9 van de Arbeidstijdenwet. Er is sprake van consignatie als aan de volgende drie voorwaarden wordt voldaan:
De werknemer is buiten werktijd bereikbaar voor oproepen. De oproep vindt plaats in de vrije tijd: in het weekend, tussen 2 diensten in of tijdens een pauze.
Bij een oproep gaat de werknemer zo snel mogelijk aan het werk.
De werknemer is bereikbaar voor onvoorziene spoedgevallen.
Hieronder lees je welke wettelijke regels gelden voor oproepdiensten.
Jongeren onder de 18 jaar mogen geen oproepdiensten draaien.
Een werkende mag:
per 4 weken maximaal op 14 dagen geconsigneerd zijn;
per 4 weken 2 keer 2 aaneengesloten dagen niet werken en ook niet geconsigneerd zijn;
11 uur vóór en 14 uur ná een nachtdienst geen oproepdienst hebben.
De maximale werktijd per dag voor een oproepdienst is 13 uur.
De maximale werktijd per week voor een oproepdienst is 60 uur.
De maximale werktijd per week ligt anders als er per 16 weken meer dan 16 keer een oproepdienst wordt opgelegd tussen 00:00 en 06:00 uur. Dan is de maximale werktijd namelijk maximaal gemiddeld 40 uur per week. Op deze regel geldt een uitzondering: dit mag ook 45 uur zijn. De voorwaarde daarvoor is dat er direct na de laatste oproep een onafgebroken rustperiode is van 8 uur óf dezelfde dag van de dienst er nog een onafgebroken rustperiode van 8 uur is. Dus voor 24.00 uur.